maandag 17 november 2014

Boek versus film: De Witte


 
Boek: Ernest Claes, De witte van Sichem  (geleend van grootvader)
Film: Jan Vanderheyden, De Witte van Sichem (op internet bekeken)

 
positief
negatief
boek
- leuk om te lezen
- grappig
 
- dialect is niet altijd verstaanbaar
film
- mooie beelden
- je krijgt een goed beeld over het leven van vroeger
- humoristisch
 
- ze hadden meer streken van Lewie moeten tonen in de film
-moeder houdt zich meer op de achtergrond t.o.v. boek
-zonder ondertiteling bijna niet te verstaan
- te somber
De film
Een beetje de Belgische Ciske de rat. Zielige film, maar mooi verfilmd.
 
In deze tweede verfilming van Ernest Claes' DE WITTE wordt het leutige en boertige geheel naar de achtergrond verschoven. De jonge held is nog wel een wittekop die allerlei kattenkwaad uitricht, maar hij is in de eerste plaats een kansloze knaap uit een gezin van krom gewerkte landbouwers. Op het Vlaamse platteland van rond 1900 krijgt hij meer slaag dan eten.
Hij is ook getuige van nakende sociale omwentelingen en het slachtoffer van onrechtvaardigheid, waartegen hij op zijn manier protesteert. Het
krachtige verhaal wordt af en toe wel ontsierd door de typisch Antwerpse gastoptredens van een paar lokale idioten.
Scenario van De Hert, Fernand Auwera en Gaston Durnez; fotografie van Walther Van Den Ende en Theo Van de Sande; muziek van Jürgen Knieper.
 
Een Vlaamse klassieker uit de jaren 1930, gebaseerd op de populaire roman met dezelfde titel van de regionale schrijver Ernest Claes. De Witte uit de titel is Bruynincks, een blonde Vlaamse deugniet op het Vlaamse platteland. Zijn schelmenstreken drijven zijn ouders Van Leemput sr. en Janssens tot wanhoop. Vanderheyden maakte een genietbare comedy met veel sfeer, al zal het zangerige Vlaams in Nederland beslist ondertiteld moeten worden. In 1980 maakte Robbe de Hert nog een versie van het verhaal: De Witte van Sichem. In tegenstelling tot de versie uit 1980 ligt de nadruk op deze versie niet op de bekering tot het socialisme maar op de humor en het drama. De film kende in Vlaanderen een ongeëvenaard succes en zette ook de trend voor een filmgenre dat in België altijd zou terugkomen: de pastorale film, gebaseerd op een bekende roman uit de Vlaamse literatuur. Eerste Vlaams gesproken Belgische film in de geschiedenis.
 
De Witte Van Sichem is een sympathieke, avontuurlijke en goedgemaakte familiefilm van regisseur Robbe De Hert waarmee de niche-regisseur op slag naar het hoogste schavotje werd gekatapulteerd in de Vlaamse filmbusiness. In de afdeling streekfilms is deze productie alvast de meest interessante en de best bekijkbare van zijn tijd. Met een korte film van Louis Celis en een mooie en informatieve documentaire van hoofdredacteur Erik Martens van het Koninklijk Belgisch Filmarchief, kan deze dvd alleen maar aanbevolen worden.

Het boek
Dit boek is van een Vlaamse schrijver en daarom is het niet verwonderlijk dat het in het Vlaams geschreven is en wat ook niet verwonderlijk is, is dat het gedeeltelijk in dialect is geschreven. Ondanks dat en het feit dat het boek in 1920 gepubliceerd is, is het toch niet moeilijk om te lezen, maar af en toe gebruikt de schrijver Vlaamse woorden en voor ons Nederlanders is dat best lastig om te lezen. Een voorbeeld is het woord 'holleblokken', wat klompen betekent. Zijn schrijfstijl is eenvoudig, maar duidelijk en toch is het leuk om te lezen. Zo blijkt maar weer, ook eenvoudigheid kan een boek wel leuk maken. Ook de levendige stijl van schrijven kenmerkt dit boek alsmede het goed weergeven van de gedachten van de personages, ook al is het vanuit de alwetende vertelsituatie geschreven. Kortom het is een eenvoudig, doch compleet boek, maar voor ons Nederlanders zal het niet meevallen om het te begrijpen als we het de eerste keer lezen. Daarna zal het wel lukken, want de schrijver maakt vaak al snel duidelijk, hetzij direct, hetzij indirect wat een woord betekent en zo leer je het Vlaams snel te snappen. Wat natuurlijk ook een aardig aspect is van het lezen van dit boek.
Deze klassieker die intussen bijna 100 jaar oud is, dacht ik vroeger al eens gelezen te hebben. Alleen hing er in mijn hoofd niet zo’n donkere wolk boven. Je hebt de deugnieterijen van ‘de Witte’, waar ik hoofdschuddend om zat te glimlachen maar die glimlach verdwijnt even snel als de afschuwelijke straf volgt: slaan, opsluiten, hard werken - dat was het lot van de kinderen die uw (over)grootouders waren. In onze tijd zouden ze het gedrag van de Witte het stempel ADHD geven en een paar pillekes voorschrijven.  
Dus waarschijnlijk had ik het trieste van dat boek als kind totaal niet door.
Wat ik heerlijk vind aan het boek, is hoe Claes alles zo levendig weet te schetsen. Ik ken het landschap rond Zichem (waar het zich afspeelt) een beetje, ook al is het er nu natuurlijk veel voller bebouwd, dus dat zal er wel aan geholpen hebben, maar bij momenten waande ik me aan Wittes zijde als hij door de velden holde of naar de lucht lag te staren. Dat Claes bovendien in het Vlaams schrijft (en dus niet in netjes algemeen Nederlands), en zijn dialogen helemaal in het plaatselijk dialect, geeft dit boek een onweerstaanbare charme mee. Ik heb ervan genoten!
Ik vond het een goed boek maar ook niet meer dan dat. Het kattekwaad dat De Witte uithaalde was soms grappig zodat er een glimlach op mijn gezicht verscheen en als hij straf kreeg voelde ik met hem mee.  
Ik ben meerdere decennia te laat geboren om mij echt te kunnen inleven in het boek, denk ik.
Klassiekers zijn meestal niet echt boeken die ik graag lees, dus hier had ik ook wat schrik voor, maar al bij al viel dat goed mee.
Om eerlijk te zijn heb ik er werkelijk van genoten om het boek te lezen. De manier waarop Ernest Claes het leven van iemand van 100 jaar geleden beschrijft, is interessant en leerrijk. Het dagelijkse leven zag er toen helemaal anders uit dan nu en dat is nu helemaal opgeklaard in mijn hoofd.
De meeste recensenten vinden het dialect positief in het boek. De dialogen maken het boek levendig. Dit spreek ik zeker niet tegen, integendeel het boek zou nog meer dialogen mogen bevatten met het prachtige Zichems dialect. Eventueel kan men bij moeilijk leesbare teksten of woorden een vertaling schrijven op het einde van de pagina. Dit gebeurt natuurlijk automatisch bij de film met behulp van de ondertiteling. Alle dialogen, en dat zijn er veel, zijn voorzien van ondertiteling in de taal van de kijker.
Wat slechter is aan de film is het feit dat het er iets te triest aan toe gaat. Die droevige melodie wordt naar mijn gevoel iets te veel afgespeeld. Als je het boek leest heb je dit helemaal niet.
Lewie wordt enkele malen gestraft door zijn vader of zijn leraar. In een paar recensies staat er geschreven dat ze het jammer vinden dat dit getoond of geschreven wordt. Ik vind dit een pluspunt voor zowel het boek als de film. Het zorgt voor een realistisch beeld van hoe het leven er vroeger uitzag en hoe streng men vroeger wel was.
De fratsen en moppen van ‘De Witte’ zijn natuurlijk heerlijk om te zien. De grap van ‘De Witte’ waar hij zegt: “zout?!?!?! Dat ben ik nu is helemaal vergeten!” zal me voor heel mijn leven bijblijven. Dit is zeker en vast een pluspunt in zowel de film als het boek.
Al bij al vind ik de film toch wel net beter dan het boek omdat ik nu eenmaal veel liever naar films kijk en mij niet zo graag verdiep in het lezen van een boek.
 
e) Kunstwerken waarin een vergelijkbare thematiek aan de orde komt als in het boek/film
Standbeeld Den deugniet, Antwerpen
 
Literatuur: Het boek van Tijl Uilenspiegel, die ook schelmenstreken uithaalde en zijn standbeeld in Damme.
 
Postzegel van Ernest Claes en De Witte